Voor de projectgroep Visie & Infrastructuur zijn drie werkgroepen aan het werk, waaronder Opleiding Jeugd- en andere sectoren (OJ&S). Klinisch psycholoog Sanne Kriens is voorzitter van deze werkgroep, die zich buigt over een oplossing voor de subsidie voor de jeugdsector en over borgen van de breedheid van de opleiding over alle sectoren.
Waarom is dit belangrijk?
“De jeugdzorginstellingen die uitsluitend door de gemeenten gefinancierd worden en ook jeugd-ggz leveren, kunnen nu geen aanspraak maken op de beschikbaarheidsbijdrage via TOP. Het gaat om ongeveer twintig praktijkinstellingen, die alleen zorg bieden voor 18-. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor de beschikbaarheidsbijdrage via TOP is het aanbieden van verzekerde zorg door de opleidende instelling. Maar toen de bekostiging van de jeugdzorg de transitie naar de gemeente maakte, werd niet meer altijd voldaan aan de eis dat de zorg vanuit een instelling gegeven wordt. Om de opleidingen te kunnen continueren werd een tijdelijke oplossing georganiseerd die in 2023 afloopt. Onze werkgroep ontwikkelt een advies voor een oplossing, zodat de jeugdsector ook in de toekomst een beschikbaarheidsbijdrage krijgt om op te leiden.”
Waarom doet u mee?
“Het is belangrijk om te borgen dat er een substantieel deel van de beschikbaarheidsbijdrage naar opleiden voor de jeugdsector blijft gaan. Op dit moment wordt er bij de verdeling van de beschikbaarheidsbijdrage via TOP niet gestuurd op een brede verdeling over de sectoren, dus of er voldoende subsidie naar Jeugd gaat weten we niet precies. Met het wegvallen van het extra potje subsidie voor de 18–instellingen is het belangrijk om het jeugddeel goed in beeld te houden. Dat vraagt om aandacht en oplossingen. Ik vind het een uitdaging om hierin mee te kunnen denken in deze werkgroep, en neem mijn ervaring als P-opleider bij HSK en plaatsvervangend hoofdopleider GZ bij Radboud CSW te Nijmegen mee.”
In welke richting denkt de werkgroep?
“Het vinden van één goede oplossing is lastig, gezien de vele verschillende belangen. Daarom hebben we nagedacht over een paar mogelijke richtingen. Ten eerste zou je kunnen denken aan een heel praktische oplossing: het in samenwerking opleiden, gebruikmakend van de samenwerking met een instelling die wel voldoet aan de voorwaarden om de beschikbaarheidsbijdrage te ontvangen. Het in samenwerking opleiden is sowieso iets wat wij willen stimuleren, en deze oplossing past daar wel mooi bij. Dit vraagt van praktijkopleidingsinstellingen elkaar iets te gunnen. Een andere optie is het instellen van een landelijk of regionaal werkgeverschap. Tot slot kun je natuurlijk ook kijken of we iets moeten veranderen in de wet- en regelgeving, zodat 18–instellingen wel gaan voldoen aan de voorwaarde voor de beschikbaarheidsbijdrage. Dan komt het borgen van een goede verdeling van de beschikbaarheidsbijdrage over de verschillende sectoren echter wel weer in gedrang.”
En hoe zit het met de andere sectoren?
“Er is een groot tekort aan professionals. Met name enkele specifieke sectoren herkennen dit. Het lijkt alsof die sectoren minder populair zijn onder de psychologen. Of gaat het juist om minder bekendheid? En hoe zorgen we dan voor meer bekendheid? Beginnen we dan tijdens de bachelor en de master met een eerste kennismaking met de breedte van ons veld? Dat is een reële optie. Daarnaast zouden we eens kunnen kijken naar alle psychologievervolgopleidingen: in hoeverre komen alle sectoren daar naar voren? Maar ook in de praktijk zou je willen dat je in de basis al kennis maakt met alle sectoren. De discussie gaat nu over hoe je dat gaat doen, wat je daarin verplicht stelt en wat je precies wil gaan trainen bij de professionals.”